Goud uit de hemel
Na een lange, droge periode valt er eindelijk weer regen. Bijna direct stond er een filmpje op internet waarin een boswachter een vreugdedansje deed omdat het regende. Zó leuk! Ik kreeg een appje binnen waarin stond dat er goud uit de hemel kwam, zo ervaarde ik het ook. En o, wat ruikt het lekker als na een droge tijd de regen op het gras valt. Wat een zegen als het na een lange tijd weer regent!
Jammer dat veel mensen al snel bedenkelijk gaan kijken. Snertweer, vreselijk weer, slecht weer; het regent (!) dit soort uitdrukkingen. Zojuist las ik dat er over een paar dagen gelukkig ‘weersverbetering’ verwacht wordt, we moeten nog even volhouden....
Hoezo weersverbetering? Wat is beter voor het uitgedroogde land dan regen? Wat is er in de natuur nodig om onze aardappels en groenten te laten groeien? Wat willen we zien als we de kraan opendraaien? Hoe komt het dat onze wasmachine aan gort draait als we de kraan vergeten open te zetten? Over het toilet ga ik het maar niet hebben …
Wat zijn we verwend. Wat vinden we het gewoon dat er water is. Maar denken we er weleens over na waar dit water vandaan komt? Alle goede gaven komen van boven, staat in de Bijbel geschreven (Jakobus 1:17). De dieren, het land, de bomen, de planten, ja de hele schepping is blij met het water (uiteraard wil ik overstromingen hierbij uitsluiten maar ik heb het over 'gewone' regen). En ik snap dat als je net een paar vrije dagen hebt, het jammer is dat je niet lekker buiten kunt zitten in de zon. Als je verregend op een camping staat, of nog erger, waterschade oploopt, dan ben je op dat moment niet zo blij met het water.
Maar misschien helpt het een beetje als we iets meer onze afhankelijkheid van water zouden beseffen want we hebben het wél nodig. Dat we ons dan samen met de natuur, tóch zouden verblijden met de regen. Ik heb een vrije vertolking gemaakt van wat wij in de kerk zingen uit Psalm 65 de verzen 6, 7 en 8. Ik hoop dat u of jij toch zachtjes een beetje meezingt.
De schepping looft U elke morgen,
wordt daarvan nimmer moe.
Zij dankt en prijst U zonder woorden,
in kleur juicht zij U toe.
Het land bezoekt U met een zegen,
’t was door U droog gemaakt,
maar nu verblijdt U het met regen
die tot de wortel raakt.
Rivieren zijn vol stromend water,
en op het akkerland
laat U het ruisend koren groeien.
Uw Goddelijke hand
maakt ook geploegde voren dronken,
tot uit de weke kluit
(waar ’t water diep is ingezonken)
ons heerlijk voedsel spruit.
Uw goede zorg kroont landerijen,
en met haar rijke oogst,
waardoor zovelen eten krijgen
eert d’ aard’ U op het hoogst.
Het hemelgoud valt op de velden
ook 't grasland blijft niet droog,
zelfs heuvels steken dan hun toppen
met lachend groen omhoog.
Het gedicht is te zingen op de melodie van Psalm 65.
Tekst: Psalm 65: 9-14 en Psalm 147: 7-8